Een aantal begrippen speelt een belangrijke rol in mijn onderzoek. Via dit lexicon ontdek je wat mijn definitie is van deze begrippen. Met dit in je achterhoofd lees je mijn essays misschien net weer wat anders. Hoe kijk jij naar deze begrippen?
Verantwoordelijkheid moet je nemen en afleggen. Door verantwoordelijkheid te nemen geef je grote zorg en toewijding aan de taak die je hebt gekregen om de burger te dienen. Verantwoording afleggen betekent dat je jezelf laat zien, zodat mede-ambtenaren en burgers je er ook op kunnen aanspreken. Verantwoordelijkheid moet uit jezelf komen.
Begripvol zijn heeft een rationele en intuïtieve kant. Begrijpen doe je met je verstand, begrip tonen doe je met je emotie. Hier heb je empathie voor nodig. En je moet het willen begrijpen. Begripvol zegt ook iets over de mate van begrip. Het is een schaal en niet alles of niets.
Iemand die in dienst is van de overheid, maar het publiek dient. Daarvoor moet een ambtenaar twee kanten op kijken. Alle ambtenaren samen noem je het ambtenarenapparaat. Dat is gek, want dat klinkt als een systeem, maar het zijn mensen.
Iedereen die in Nederland woont, is een burger in dit land. Bij de overheid noemen we ze vaak klanten, maar daarmee doe je een burger tekort. Als burger kun je je namelijk bij de overheid beroepen op je burgerrechten en niet op je consumentenrechten. Burgerrechten gaan veel verder. En dat moet ook, want als burger kun je je niet losmaken van de overheid.
Digitaal, dan denk je vaak aan de computer en het binaire stelsel. 0 en 1. Als dit, dan dat. Menselijk daarentegen is kleurrijk en niet te vangen in het binaire stelsel. De overheid is tegenwoordig steeds vaker digitaal. Maar vergis je niet, in de digitale overheid zit juist veel menselijkheid en kleur.
Een systeem is bedacht door mensen. Het is bewust geordend met een doel en niet vanzelf ontstaan. Binnen systemen kunnen andere systemen zitten. Zo ontstaat er een netwerk van allerlei onderdelen die wel of niet bij elkaar horen. Dat kan behoorlijk complex worden. De overheid is ook een systeem, en daarmee bedoel ik niet alleen de digitale overheid mee. De manier waarop mensen, ambtenaren en burgers zich in dat systeem bewegen, is ook een systeem op zichzelf. En een systeem is bedacht door mensen, dus dat betekent dat mensen het ook kunnen veranderen.
Eerlijk is betrouwbaar zijn. Het is openhartig zijn, eerlijk zeggen hoe het is. Het betekent ook dat je een confrontatie niet uit de weg gaat en geen zachte heelmeester bent. Je hebt moed nodig om eerlijk te zijn.
Reflecteren doe je door naar jezelf te kijken. In dit onderzoek vrij letterlijk, mijn collega’s kijken naar een beeld van hen als begripvolle ambtenaar. Reflecteren doet je nadenken. Wanneer je dit tijdens je werk doet, wordt het reflectie-in-actie genoemd. Stilstaan en reflecteren hoe je je keuzes maakt en of je een begripvolle ambtenaar bent. Dit kun je prima samen met anderen doen.
Open is niet gesloten en ook (nog) niet afgedaan. Je kunt erbij, het is open. Je kunt iets openmaken wat dicht is. Open zijn past bij het publieke karakter van de overheid. Wij zijn voor de burger en daarmee van de burger.
Kwetsbaar kan positief of negatief zijn. Het is in ieder geval een risico. Kwetsbaar zijn betekent dat je open stelt voor de ander. Daarmee geef je wat controle aan de ander. Het kan maar zo zijn dat de ander je pijn doet. Maar kwetsbaarheid kan ook leiden tot een fijn contact en een hechtere verbinding. Bijvoorbeeld tussen de overheid en de burger.
Samen, daar heb je per definitie de ander voor nodig. Samen is je verhouden tot de ander. Samen betekent voor mij de ander op gelijke waarde schatten. Of dat nu mijn collega, de minister of een burger is. Samen betekent dat je verbonden bent met elkaar.
Iedere burger is verbonden met de overheid. Hoe willen we verbonden zijn? Een verbinding ontstaat niet vanzelf, je moet er moeite voor doen. Een verbinding kan slecht zijn, of soms van een kant verbroken worden. De verbinding tussen overheid en burger beeld ik uit met een geel touw. Dat maakt het tastbaar. Het werpt nieuwe vragen op. Wie mag de touwtjes in handen houden? Hoe lang of hoe kort zou de verbinding moeten zijn? Wanneer wordt het touwtrekken of wanneer wordt er zelfs iemand opgeknoopt?